Module 3

Mijn flow

Waar jij wel van houdt

In de vorige module heb je in beeld gebracht waar je nu staat in je leven met betrekking tot werk, ontwikkeling en zelfbeeld. Voor een groot deel zal dat niet zijn waar jij helemaal gelukkig van wordt, anders was je niet aan dit traject begonnen.

Om te weten wat dan wel echt bij jou past, is het belangrijk om eerst helder te krijgen en vooral te voelen waar jij van houdt. Wanneer jij wel ‘in je element’ bent. Wat jouw essentie raakt en jou een gevoel van flow geeft.

Bewust voelen wat bijdraagt aan jouw flow is het belangrijkste wat je kunt doen. Want hoe slim je ook kan denken over wat bij jou past, zo lang je het niet vóelt ga je het plezier en de voldoening waar je naar verlangt ook niet voelen.

Het mooie is dat je daarmee plezier en een goed gevoel een leidende rol kunt gaan geven in jouw leven. Je ratio is pas later weer aan de beurt, op het moment dat je gaat kijken hoe je handig aan jouw behoeften kunt voldoen.

In deze module ga je daarom in drie stappen duidelijker krijgen wat jou blij en gelukkig laat voelen:

  1. Verhelderen hoe flow voelt.
  2. Ontdekken waar jij van houdt.
  3. Bewust kiezen voor flow.

1. Verhelder jouw gevoel van flow

Het liefste zouden we de hele dag doen wat ons een goed en tevreden gevoel geeft, toch? Maar in de praktijk krijgt onze ratio vaak voorrang boven ons gevoel en wordt dat gevoel regelmatig vertroebeld door allerlei argumenten. Totdat je uiteindelijk jouw eigen gevoel niet meer vertrouwt of vastloopt omdat je jezelf in een grote knoop hebt gedacht en gevoeld.

Hoe meer jij je weet te verbinden met wat jou oprecht blij gaat maken en wat goed voelt voor jou, hoe helderder het wordt welke keuzes bij jou passen, wat prioriteit heeft en waar jij het beste jouw tijd, geld en energie in kunt investeren.

Het is dus tijd om jouw eigen flow de aandacht te gaan geven die het verdient.

OPDRACHT 1: Breng jouw interpretatie van flow in beeld. Dat kan op een paar verschillende manieren. Kijk welke optie bij jou past en maak er eventueel een combinatie van.

  • Ga de natuur in met het stappenplan en stel jezelf de vraag ‘hoe voelt flow voor mij?’. Maak een foto (of meerdere foto’s) die hierbij aansluiten.
  • Maak een collage van beelden die voor jou horen bij ‘flow’. Dat kan met eigen foto’s of tekeningen, maar ook met afbeeldingen uit tijdschriften of van internet.
  • Noteer voor jezelf wat de term ‘flow’ voor jou allemaal inhoudt. Welke woorden horen daarbij? Wat zie je dan voor je? Hoe voel je je dan? Waar zorgt die flow voor? Maak daar bijvoorbeeld een woordwolk of een woordweb van.

Door jouw beeld ergens te plaatsen waar je het meerdere keren per dag ziet, bijvoorbeeld op het startscherm van je telefoon of als desktop, blijf je jezelf makkelijker richting flow inspireren.

Je kunt jouw aantekeningen bij de opdrachten van deze module noteren in Module 3 – Aantekeningen. 

2. Ontdek waar jij van houdt

Je komt in flow door iets te doen wat je oprecht leuk vindt. Nou zijn er heel veel dingen waar jij warm voor loopt, meer dan je zo op het eerste gezicht waarschijnlijk denkt. Die dingen gaan we in de volgende opdrachten verzamelen. Door daar bewust bij stil te gaan staan, krijg je steeds duidelijker wat belangrijk is voor jou, wat jij nodig hebt en hoe jij jouw leven wilt leven.

Bovendien ga je steeds meer aantrekken van wat je wel wilt, omdat je jouw aandacht en focus daar steeds heen stuurt. Bewust open staan voor wat fijn voelt en bij jou past, brengt dus al positieve beweging in je leven.

OPDRACHT 2: Noteer welke dingen jou blij maken, waar jij van houdt. Wat komt er gelijk in je op? Wat kun je wel uren, dagen of jaren doen, waar geniet je intens van, waarmee vergeet je de tijd, waarvoor spring je met liefde uit je bed? En waarbij zien anderen jouw enthousiasme? 

Dit kunnen grote en heel kleine dingen zijn. Zo geniet ik bijvoorbeeld enorm van wandelen door spectaculaire natuurgebieden aan de andere kant van de wereld, maar ook van hoe mooi de damp vanaf mijn hete thee omhoog kringelt en van diepe, eerlijke gesprekken met passie en humor.

Beschrijf per onderdeel steeds de volgende aspecten:

  • Wat vind je erg leuk, fijn, mooi of doe je graag?
  • Welke specifieke kenmerken maken dat zo leuk of zorgen dat je daar tijd voor vrijmaakt?
  • Hoe laat dat jou voelen, welke prettige gevoelens en emoties roept het op?

Vul dit overzicht (en dat bij de volgende opdrachten) gedurende minstens een week verder aan en blijf steeds nieuwsgierig naar wat er nog meer in je naar boven gaat komen.

Jouw natuurlijke belijning

Wat jou blij maakt, beleef jij op een unieke manier door hoe jij ‘bedraad’ of ‘belijnd’ bent. Denk maar aan de nerven in hout, die lopen ook op een unieke wijze. Een ander ervaart dezelfde dingen weer op zijn of haar eigen manier. Dat unieke in onze beleving maakt het juist boeiend!

Wanneer je in jouw leven meer jouw natuurlijke belijning volgt, zul je vanzelf meer flow gaan ervaren. Jouw keuzes en acties gaan veel makkelijker en geven je meer plezier en energie.

Om jouw natuurlijke belijning te achterhalen, helpt het om niet alleen te kijken naar waar je in jouw huidige leven van geniet, maar om ook terug te kijken naar jouw eerdere ervaringen. Dat ga je nu dus verder inventariseren.

OPDRACHT 3: Noteer op dezelfde manier als bij Opdracht 2 wat jij tot nu toe in je leven graag deed en wat jou blij liet voelen. Doe dat voor onderstaande onderdelen en neem daar steeds echt even de tijd voor. Praat er ook over met anderen. Je zult merken dat er dan steeds meer mooie momenten en ervaringen bij je naar boven komen.

1. Kindertijd

2. Hobby’s en vrijwilligerswerk

3. Opleidingen en werk

Het is handig om eerst een globale tijdlijn te maken, dat maakt het overzichtelijker om alle hobby’s, opleidingen en functies langs te lopen. Deze tijdlijn gebruik je ook voor latere opdrachten.

“I’m not weird, I am limited edition.” – Snoopy

OPDRACHT 4: Lees alle beschreven gevoelens/emoties uit de vorige twee opdrachten nog eens door en bedenk wat jou nog meer zo laat of liet voelen. Vul de overzichten daar verder mee aan. Denk ook aan dwarsverbanden: gevoelens van iets leuks uit jouw kindertijd kunnen bijvoorbeeld ook in een onderdeel van een hobby of werk terugkomen, of andersom.

Tijdens de voorgaande opdrachten merkte je misschien al dat bepaalde zaken vaker terugkomen en dat daarin een aantal thema’s zichtbaar werden. Die thema’s weerspiegelen jouw belijning. Ze keren in verschillende vormen steeds weer terug in jouw leven en raken je op een dieper niveau. Ze bepalen of iets bij jou past en of het je energie geeft en dus ook waar jij jouw flow kunt vinden.

OPDRACHT 5: Beschrijf welke thema’s je herkent en maak hier een overzicht van. Wat past er bij elkaar of kan logisch met elkaar gecombineerd worden?

3. Kies bewust voor flow

Het is heel belangrijk dat jouw thema’s genoeg aan bod komen bij jouw levensinvulling. Niet alleen bij je werk, maar ook bij hoe je woont, je relaties en de invulling van je vrije tijd. Natuurlijk spelen daarbij nog veel meer dingen mee, waar je in de volgende modules verder inzicht in gaat krijgen.

Maak nu in elk geval al een bewuste keuze voor jezelf dat je jouw eigen belijning voortaan leidend gaat laten zijn, ook al weet je nog niet hoe dan precies. Je kunt al een mooi begin maken door elke dag bewust te kiezen voor genoeg fijne momenten.

OPDRACHT 6: Maak een lijst met kleine, makkelijk toepasbare dingen of activiteiten die jou een fijn gevoel geven. De items en thema’s die je eerder beschreef, vormen hier een inspiratiebron voor. Je kunt jouw ideeën vervolgens sorteren per locatie, thema, zintuig of soort activiteit, net wat jij handig vindt. Gebruik hiervoor de Tool – Geluksmomentjes.

Kies vervolgens iedere dag iets uit deze lijst om te doen. Gun jezelf deze momentjes en maak ze een belangrijk onderdeel van je dagelijks leven. Je brengt hiermee meer plezier in je leven, laadt jezelf weer op en bevestigt steeds meer de keuze dat het belangrijk is om je te richten op wat jou blij maakt.

Je kunt minder leuke verplichtingen ook een stuk plezieriger maken met ideeën uit deze lijst, door bijvoorbeeld die heerlijke muziek op te zetten als je moeite hebt bij het opstaan, nieuwe ingrediënten uit te proberen als je eigenlijk geen zin hebt om te koken of grappige tekeningetjes te maken tijdens een saaie vergadering.